TESTO DEL LIED
"Snachts rusten meest de dieren"di Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585-1618)
Snachts rusten meest de dieren,
Oock mensen goet, en quaat,
En mijn Lief goedertieren
Is in een stille staat:
Maer ick moet eensaam swieren,
En cruysen hier de straet.
Ick sie het swerrick drijven
Ick sie de claare Maan,
Ick sie, dat ick moet blijven
Alleen mistroostich staan!
Ach lief, wilt mij gerijven
Met troostelijck vermaan!
Och slaapt ghij mijn behagen,
Dewijl ick doe mijn clacht?
Wat baet mij dan mijn claagen,
Nu ghij den dooven slacht:
Ick salt gheduldich draagen,
Ick wensch u goede nacht.
Adieu Prinsesge jeugelijck
Mijn Vrou van mij gemoet:
Adieu en droomt gheneughelijck
En slaapt gerust en soet:
Ach t'is mij soo onmeuchelijck
Te rusten als ghij doet.